Gouden M2 door RAAAF, VOC kade, Oostenburg

De Oostelijke Eilanden werden in de zeventiende eeuw aangelegd in het IJ ten behoeve van de scheepsbouw door de koopvaardij en de Admiraliteit, wat een belangrijke impuls gaf aan de economische bloei van Amsterdam. In de negentiende eeuw, eveneens een periode van economische groei, nam Werkspoor bezit van Oostenburg, om er locomotieven en treinstellen te bouwen. Na het verdwijnen van de industrie transformeerde het eiland opnieuw en verrezen er tussen het industrieel erfgoed hotels en high-end appartementencomplexen.
Als onderdeel van het opwaarderen van de openbare ruimte werd er een kunstopdracht voor de VOC-kade uitgeschreven, die leidde tot het ontwerp van bureau RAAAF.

Het kunstwerk herinnert aan perioden van economische voorspoed,
maar wel inclusief de keerzijden daarvan, zoals kolonisatie, speculatie en gentrificatie.
Het kunstwerk van RAAAF betreft een gouden vierkante meter die zich net onder het wateroppervlak toont van een voormalige insteekhaven. Het kunstwerk wordt op zijn plaats gehouden door een drijvende draagconstructie in de insteekhaven. De insteekhaven is tevens voorzien van een vlonder en de omgeving ervan wordt eveneens aangepast voor de gebruiker.

Het voorstel van RAAAF valt op door zijn (schijnbare) eenvoud en poëtische kwaliteit.
Het legt een link tussen de handel uit de tijd van de VOC -waar vooral goederen werden verhandeld- en de actualiteit, waar de voornaamste handel niet uit goederen, maar uit diensten en aanverwante producten bestaat.
Waar het vroeger goederen waren waarmee rendement werd behaald, zijn het nu de vierkante meters vastgoed die het hoogst denkbare rendement genereren. De gouden eeuw zet zich voort, de handelswaar is alleen veranderd.
Tegelijk voegen de kunstenaars een extra betekenislaag toe, een kritische noot door het kunstwerk niet op de kade maar in het water te plaatsen.
Ze betrekken zo ook een mogelijk scenario van de toekomst in hun actuele voorstel. Door zeespiegelstijging kan de waarde van al dit vastgoed nogal afnemen of zelfs geheel ‘verwateren’.
Door al deze verschillende belevings- en betekenislagen ontstaat zo een gelaagd kunstwerk, wat ook op termijn tot reflectie kan blijven aanzetten. Naast de evidente politieke gelaagdheid, heeft het voorstel ook een sterk poëtische kant, deze combinatie van aspecten maakt het voorstel compleet, want beleefbaar op verschillende niveau’s van kijken, overpeinzen en beleven.